Vanuit Jasper gaan we op weg over de Icefields Parkway. We nemen een kijkje bij de Athabasca Falls en de Sunwapta Falls. Uiteindelijk bereiken we de Athabasca gletsjer.
Als we vanochtend wakker worden, blijkt het weer wat minder te zijn dan ze voorspeld hadden. Het zou weer schitterend weer worden, maar het is bewolkt en fris. Na het ontbijt rijden we in de richting van Icefields Parkway. Al vrij snel nemen we de alternatieve route, die op dit moment van de dag nog erg rustig is. Een mooie weg door bosrijk gebied. Op het punt waar we weer terugkomen op de doorgaande weg, liggen de Athabasca Falls. Dit is een behoorlijke toeristische trekpleister, maar ze hebben het er wel mooi aangelegd. Je kunt bijna tot op de waterval komen en daarnaast heb je ook nog mooi zicht op de potholes. Na een uitgebreid bezoek hier, drinken we eerst koffie voor we verder gaan. Ook bij de Sunwapta Falls maken we een korte stop. We kunnen op zich de toppen van de bergen langs de weg wel zien, en die zijn toch tegen de drieduizend meter hoog. Maar het is erg heiig en het zicht naar boven is slecht. Erg jammer want we komen nu in de buurt van de gletsjers. Op een parkeerplaats langs de kant van de weg maakt Michiel een lekkere lunch. Terwijl hij bezig is zie ik honderd meter verderop een aantal mensen een wit beest fotograferen. Ik neem m'n toestel mee en ga een kijkje nemen. Blijkt het een witte berggeit te zijn. Spierwit met een mooi stel hoorns. Na de fotosessie springt het beest over de vangrail, loopt de steile weide af en verdwijnt uit ons zicht. Nu eerst terug om te lunchen. Daarna is het niet ver meer naar het Icefield centre. We parkeren de camper en lopen het laatste stukje naar de Athabasca gletsjer. Het waait flink, maar doordat het zonnetje probeert door te komen is de temperatuur nog steeds aangenaam. We lopen over de puingletsjer; het is helaas niet toegestaan om over het ijs te lopen, maar we kunnen wel een paar mooie plaatjes schieten.
Het wordt helaas niet helder, dus we besluiten op de camping hier een paar kilometer vandaan een plekje te zoeken, zodat we misschien morgenochtend meer kans hebben op mooi weer. Maar voordat we naar de camping rijden, lopen we nog even bij het Icefield centre binnen; ze hebben hier een tentoonstelling met alle info rondom de gletsjers. Terug bij de camper, blijkt het maar drie kilometer rijden te zijn naar de Wilcox Creek Campground. We moeten een smalle weg omhoog inrijden en als we op het terrein zijn, is het even zoeken naar een plekje. We schrijven onze gegevens op een formulier, hangen een deel aan het paaltje bij onze plek en de rest stoppen we met het benodigde staangeld in een paaltje bij de ingang. We halen de fietsen van de camper en rijden terug naar de doorgaande weg. Daar laten we onze fietsen achter en lopen we een stuk van de Wilcox Creek Trail. Na een uurtje lopen zijn we weer terug bij onze fietsen en moeten we nog een klein stukje flink omhoog trappen. Bovengekomen maakt Michiel het vuur aan. Na de borrel, leggen we wat vleesjes op het vuur. Gelukkig dat we nog wat in de vriezer hadden liggen. Het is jammer dat er hier zo veel muggen zitten, anders hadden we wel langer buiten kunnen blijven. Ondanks dat we bijna op 2100 meter kamperen is de temperatuur nog steeds aangenaam. Ik maak nog een rondje om te kijken of ik nog een paar mooie foto's kan schieten en dan is het toch echt weer tijd voor een bakkie en het schrijven van het verslag.