Onderweg naar Lundur bezoeken we Mývatn. In Skeggjastadir bezoeken we het oudste kerkje van Oost-IJsland.
Als ik iets na half negen de tent uit kom, is het al heerlijk weer buiten. Omdat we in het bos staan, komt de zon er niet helemaal goed doorheen, maar we kunnen lekker in ons T-shirt ontbijten aan de picknicktafel die voor onze tent staat.
Rond 10 uur rijden we de camping af, we gaan nog even een stukje terug het dal in en de nieuwe brug over naar Skriduklaustar, dit is een soort hoeve die neergezet is door de schrijver Gunnar Gunnarsson. Een stukje verder in Valpjófsstadur bezoeken we het kerkje, dat een fraai besneden binnendeur uit de Middeleeuwen heeft. Daarna rijden we over de oude brug terug naar de andere kant en dan richting Egilsstadir. Nadat we getankt hebben, rijden we de ringweg op richting Mývatn. Opeens zien we vier rendieren in het weiland vlak langs de weg staan.
Na 25 kilometer gaan we weg nr 917 op. Het is op dit moment erg mooi weer en de temperatuur loopt op tot zo'n 20º C. Opeens rijden we door een regenbuitje, maar deze is gelukkig zo weer over. We zien de besneeuwde toppen aan weerszijden van het dal. Als we bijna bij zee zijn gaan we de Hellisheidi op. Dit is de bergrug met de hoogste pas van IJsland (730 meter). Als we bijna boven zijn, zetten we de auto aan de kant om koffie te zetten. We genieten van het uitzicht. Hier alleen nog maar stenen in allerlei kleuren. We slingeren dan verder naar boven en als we aan de afdaling bezig zijn, nemen we nog even een kijkje bij de waterval in de Gljúfursá. We dalen verder af en rijden weer over de groene vlakte. We nemen een omweg om bij de turfboerderij in Bustarfell te gaan kijken. Even verder in Vopnafjördur kunnen we de kerk helaas niet bezichtigen, omdat er net een uitvaart bezig is. In het hele dorp hangen de vlaggen half stok.
Dwars door de bergen gaat het nu richting Bakkafjördur, alwaar we in Skeggjastadir het oudste kerkje van Oost-IJsland bezoeken. Als we verder rijden en bijna in Pórshöfn zijn, loopt het al tegen vijf uur en begint het flink te regenen. Vanwege de geringe voorzieningen op de plaatselijke camping rijden we verder. We nemen nu weg nr 867 dwars door het binnenland. Gelukkig regent het niet meer, want dit is echt een heel mooi stuk. We rijden tussen allerlei verschillend gekleurde stenen. En soms zijn die dan weer groen, vanwege de mossen.
De weg gaat omhoog en omlaag; geen enkel stukje ligt recht en dat duurt ruim 35 kilometer. Michiel is echt aan het rally rijden; de auto gaat alle kanten op en hij geniet er van. Waar je ook kijkt alles rondom is mooi om te zien. We stoppen verschillende keren om foto's te maken. We zijn wel weer blij als we uiteindelijk weer op een asfaltweg staan. Na een paar kilometer zien we een bordje camping. Het is er erg rustig, maar er is een binnengelegenheid en stroom, dus voldoende voor vandaag. De stroom hebben we heel hard nodig om de batterijen van de videocamera op te laden. Gelukkig is het mooi weer, zodat we onze maaltijd: aardappelpuree, worteltjes en hamburger in paprikasaus lekker buiten aan de picknicktafel kunnen bereiden. We wassen binnen even af en maken daarna een ommetje. We lopen eerst naar het tegenoverliggende zwembad, waar we eventueel ook zouden kunnen douchen. Daarna lopen we verder naar het kerkje van Skinnastadur, dat we al kunnen zien staan. Als we er in de buurt komen, zien we dat ze de buitenkant aan het schilderen zijn. Als we dichterbij komen, blijkt dat ze binnen bezig zijn. Twee mensen zijn heel secuur met een klein kwastje aan het werk. Ze proberen het 150 jaar oude kerkje in z'n oorspronkelijke staat te herstellen. Als de man vraagt waar we vandaan komen, komt er vlak erna een CD naar boven uit Nederland. Wat is de wereld weer klein. We lopen terug naar de camping en zitten nog even buiten, zodat we onze camera die aan de stroom ligt in de gaten kunnen houden. We mogen niet klagen over vandaag: best goed weer gehad en slechts enkele korte buitjes.
Lundur 17º C 334 km