De rit naar Flókalunder

Op weg naar Flókalunder rijden we in eerst instantie langs de fjorden en daarna gaan we het binnenland in. Onderweg hebben we schitterend uitzicht over de hoogvlakte en op de fjorden.

De wind zwakte gelukkig een heleboel af en pas om zes uur word ik voor de eerste keer wakker. Om kwart voor negen gaan we er uit. Het weer is niet optimaal, maar het is in ieder geval droog. We ontbijten in de binnenruimte en dan merk je dat je alles nog rustiger aan doet als buiten in de wind. Pas na tienen zijn we klaar met de afwas. We ruimen het tentje op en rijden de ringweg op richting Brú. We hadden overigens wel een heel rustige camping: aan de ene kant een tent en aan de andere kant een campertje en dat was het.

In Brú nemen we weg nr 61 richting Hólmavik. Het eerste stuk is heuvelachtig graslandschap. Daarna rijden we door twee kleinere fjorden. We rijden bijna de hele tijd vlak langs zee. Als de weg even omhoog het binnenland in gaat, hebben we gelijk geen zicht meer, vanwege de laaghangende bewolking. De weg is goed, ook de onverharde stukken, waardoor we al vrij snel in Hólmavik zijn, waar we de tank maar weer volgooien met benzine. Als we weer wegrijden lijkt het of het gaat regenen, maar het blijft bij een beetje miezer en al snelt trekt het open en gaat de zon schijnen. Aan het einde van het Steingrímsfjördur gaan we het binnenland in, de Steingrímsfjardarheidi op. De weg slingert mooi door het fantastische landschap. Overal is het groen, de bergen zijn aardig hoog en langs de weg stroomt ene beekje. Langzaamaan komen we op een hoogvlakte, waar we weg nr 608 nemen in Zuidelijke richting naar Reykhólar. De natuur is hier weer heel anders. Overal liggen stenen en keien. Het is heuvelachtig, maar je kunt ver weg kijken. Aan beide kanten van de weg komen we meertjes tegen. Ruim 25 kilometer rijden we over deze vlakte, dan draaien we naar beneden en hebben we uitzicht op het Porskafjórdur. Het water van het fjord ligt te schitteren in de zon. We zijn op zoek naar een plekje om te lunchen en als we bijna weer beneden zijn bij het Djúpifjördur vinden we een leuk stekje. Uitzicht op de bergen en het water en de temperatuur is ondertussen opgelopen tot 19º C. We zitten heerlijk in de zon en eten de restjes op van gisteravond: vermicellisoep en macaroni. Tegen half vier rijden we verder. Waar je ook kijkt het is allemaal mooi. We rijden door verschillende fjorden. Omdat de zon flink is gaan schijnen loopt de temperatuur in de auto aardig op. Na een uurtje rijden neem ik het stuur over van Michiel. Gelukkig is de weg nu best goed. Dit in tegenstelling tot het stuk dat Michiel zojuist gereden heeft; kilometers lang alleen maar keien. Ondertussen heeft Michiel al gekeken waar we zouden kunnen kamperen. In Flókalunder moet een camping zijn, waar we naar toe rijden. Al snel hebben we ergens bovenaan een mooi plaatsje gevonden. Ik nestel me op een krukje in de zon, terwijl Michiel op zoek gaat naar waar hij zich moet melden. Vanaf ons plaatsje hebben we een fantastisch uitzicht op het Vatnsfjördur. We leggen eerst het tentje te drogen en genieten ondertussen van een biertje, chips, de zon en al het moois om ons heen. Om zeven uur zetten we het tentje op en we lossen al liggend in de zon een zeeslagpuzzel op. Om acht uur beginnen we met koken. Het wordt een uitgebreide maaltijd: aardappelpuree, tomaat, gemengde groente, ei, appelmoes en zelfgemaakte tonijnsalade. Als toetje hebben we tropische vruchten yoghurt. Michiel merkt op dat we wel heel gezond gegeten hebben en dat alle vakken uit de maaltijdschijf voorzien waren. Na de afwas kijken we in onze voorraadkast wat we allemaal nog hebben, zodat we dat wat we nodig hebben van de week nog kunnen kopen. Om half tien zetten we nog thee. Het wordt nu toch wel erg fris; de zon is bijna onder en vanachter het volgende fjord komen dikke wolken te voorschijn.

Flókalunder 12º C - 18º C 304 km