Vandaag starten we met onze trektocht in het Andringitra Nationaal Park. We lopen de hele dag, zien rijstvelden, komen langs huisjes en bereiken aan het eind van de dag onze kampeerplaats.
Als ik wakker wordt, hoor ik het tot twee keer toe regenen. Maar gelukkig is het droog als we er om zes uur uit gaan. Een half uurtje later gaan we aan tafel. We vragen of het licht aan kan, omdat het binnen nog schemerig is, maar dat kan niet omdat de elektra via de zonnepanelen opgewekt wordt. We staan al een tijdje te wachten als er eindelijk activiteit komt bij de dragers. Onze bagage blijkt een probleem te zijn. Elke drager moet precies evenveel kilo dragen. Er gaat van alles van de ene naar de andere rugzak tot het uiteindelijk goed lijkt te zijn.
We willen graag vertrekken, want anders is het wel zonde van het vroege opstaan. Om acht uur is er eindelijk een gids beschikbaar, waarmee we vertrekken. Hij komt er al gauw achter, dat hij iets vergeten is. Hij wijst aan welke kant we op moeten en laat ons alleen verder lopen. We nemen op een splitsing het verkeerde paadje. En al vrij snel komt de gids al roepend achter ons aan. We vervolgen onze weg en komen langs een paar huisjes. Na een uur lopen komen we in een dorpje waar de toegang tot het Nationaal Park geregeld wordt. Dat kost gelukkig niet veel tijd en samen met twee gidsen van het NP gaan we verder.
We moeten twee riviertjes oversteken, wat enige moeite kost. Daarna lopen we verder door het dal; over de rijstvelden en langs huisjes. We komen langs de huisjes waar één van de gidsen woont. Hier zijn vrouwen druk aan het werk met de rijst. We gaan nu flink omhoog; het trappetjes lopen begint. We stijgen een flink stuk en hebben schitterend uitzicht over het hele dal. Het is ook erg mooi weer. Als we een flink stuk gestegen hebben, krijgen we een wat vlakker stuk en zien we in de verte onze lunchplaats liggen; een afdak waaronder gekookt kan worden. We krijgen lekkere aardappelsalade; de kok heeft echt z'n best gedaan.
Tegen half twee lopen we verder, we krijgen gelijk met een pittige klim te maken. We hebben bijna anderhalf uur nodig om boven aan de pas te komen. We rusten even uit, maar moeten verder om ervoor te zorgen, dat we voor het donker bij de kampeerplaats zijn. We hebben nu een afdaling te doen, voordat we meters gaan maken door het dal. De zon is nu weg en het voelt fris aan. Precies om half zes komen we bij de kampeerplaats aan. De kok van een andere groep is al aan het koken. We moeten even wachten tot alle dragers er zijn en dan gaan we snel aan de slag om in de schemer de tentjes op te zetten. We krijgen matjes en zelfs lakens voor om de matrasjes. De reisleidster komt zelfs met echte handdoeken en een stukje zeep langs.
We richten de tent in en gaan dan naar het hutje, dat aan beide kanten gedeeltelijk open is en dus flink doorwaait. We zoeken binnen een plekje bij het vuur, want buiten is het zo'n vijf graden. Het rookt soms behoorlijk, maar ja alles beter dan de kou. Het zit binnen flink vol. Ook de twee kippen zijn er; eentje wordt er bij het vuur ontdooid. Het is leuk om te zien hoe iedereen druk met het eten bezig is. Na een poosje krijgen we allemaal een plastic mok, die een beetje gevuld is met sterke drank. En we krijgen er een bord met nootjes en chips bij. Tegen acht uur krijgen we soep. Vlak daarna spaghetti met aardappelen en een spies met vlees. Het is lekker, maar veel te veel. Als toetje krijgen we een banaan. Gelijk na het eten zoeken we de tent op. Het is rond de klok van negenen, koud buiten, maar gelukkig snel warm in de tent. Onze donsslaapzak doet het gelukkig goed en we krijgen het niet koud.