Vandaag vliegen we eerst vanuit Tolanaro naar Antananarivo. We bezoeken een grote souvenirmarkt en na een maaltijd in de binnenstad gaan we voor de vlucht naar Parijs.
We zitten goed in het ritme om vroeg op te staan, terwijl we vandaag alle tijd hebben. Toch zitten we om kwart voor acht op het terras klaar voor het ontbijt. We vragen om kaas bij het ontbijt en dat is mogelijk. Heerlijk na al die jam van de afgelopen weken. Als we klaar zijn, komen de anderen één voor één aanzetten. We blijven nog even hangen en gaan uiteindelijk onze bagage netjes inpakken. Het lukt ons om alles weer in twee plunjezakken te stoppen. Om kwart voor tien zitten we klaar voor vertrek.
Deze keer heeft de gids een busje geregeld. Kwart over tien beginnen we met de bagage op de bus te leggen en dan kan iedereen erin. Het is maar tien minuten rijden naar het vliegveld. We kunnen gelijk aansluiten bij de balie en een paar minuten later hebben we alles ingecheckt. We krijgen aan de balie twee kleine sandwiches en bij de bar kunnen we met onze instapkaart een consumptie krijgen. Het is nu tegen elven en pas om tien voor twaalf landt het vliegtuig uit Tuléar, dat ons naar Tana gaat brengen. We lezen wat en iets na half twaalf gaat voor de eerste keer het luchtalarm; even later nog een tweede keer en vlak daarna landt het vliegtuig keurig op tijd.
We begeven ons nu naar de wachtruimte en zien dat alle bagage in- en uitgeladen wordt. We staan vooraan en mogen als eerste het platform op en naar de vliegtuigtrap lopen. Als we het vliegtuig binnen komen, zit er niemand. Daar zijn we helemaal verbaasd over, omdat er paar dagen terug wel mensen in het vliegtuig bleven zitten. We zoeken een plaats achterin het vliegtuig bij het raam. Met vijf minuten vertraging vertrekken we. We kunnen nog even het landschap beneden ons zien, totdat we door een flink wolkendek gaan. Een klein uurtje later komen we onder de wolken uit en hebben we schitterend uitzicht op Tana. Michiel maakt er snel een paar foto's van. Precies op tijd staan we op de grond en taxiën we naar de aankomsthal. We staan als eerste beneden aan de trap, maar er is niemand die ons vertelt welke kant we op moeten lopen. Dan zwaait er iemand van het grondpersoneel en we lopen op hem af. Deze man vraagt waar we vandaan komen en streept het af op z'n lijstje, daarna wijst hij ons de weg.
We moeten een minuut of tien wachten op onze bagage en dan gaan we richting uitgang. Onze buschauffeur staat al weer op ons te wachten. We lopen richting de bus en laden alles er weer in. Het is zo'n twintig minuten rijden naar een grote souvenirmarkt, waar we een half uurtje mogen rondkijken. Om drie uur rijden we met de bus verder naar de binnenstad van Tana. We parkeren de bus voor het ons bekende hotel en gaan de stad in. Michiel en ik gaan naar de boekwinkel om een boek over Madagscar te kopen. Gelukkig hebben ze het boek nog. Michiel ziet ook nog een mooi boek over lemuren. We lopen nog wat rond, kopen twee cd's met Madagassische muziek en tegen vieren zoeken we het terras op waar we afgesproken hebben.
Om half vijf is iedereen er en bestellen we ons eten. We krijgen lekkere pizza's en alles wordt op tijd gebracht, zodat we zoals afgesproken om zes uur in de bus zitten. We doen er ruim drie kwartier over, voordat we bij het vliegveld zijn. We nemen afscheid van de chauffeurs en lopen de vertrekhal in. We zijn gelijk aan de beurt bij de incheckbalie, dus onze bagage zijn we snel kwijt. De laatste souvenirs worden gekocht en daarna wordt al het geld verzameld, zodat we in één keer kunnen wisselen. In eerste instantie lijkt er een verschil te zijn, maar dat wordt gelukkig opgelost. Nu op naar de douane, briefje invullen en door de veiligheidscontrole. Om acht uur zoeken we een plaatsje in de wachtruimte en gaat Michiel aan het rekenen om iedereen het juiste aantal euro's terug te geven.
Nu is het wachten op het vliegtuig, dat onderweg is vanuit Parijs. We mogen mooi op tijd het vliegtuig in. Michiel heeft raamplaatsen geregeld en dat betekent, met de Boeing 767 die we hebben, dat we met z'n tweeën naast elkaar zitten en dat er niemand meer naast ons zit. Met een kleine vertraging vertrekken we met een vol vliegtuig. Eerst krijgen we wat te drinken en een zakje nootjes. Een half uur later het diner. Het is niet super, maar het vult in ieder geval de maag. Ik lees m'n boek uit en om half twaalf doe ik m'n oordopjes in en ga slapen.