Vannacht vliegen we richting Doha. Niet veel later kunnen we instappen voor het laatste stukje naar Kathmandu. Door de drukke stad rijden we naar ons hotel.
Het wordt langzaamaan licht en we gaan ons opmaken voor de tussenlanding in Doha. Als we al flink gedaald zijn, zie ik één grote zandvlakte met allemaal huisjes met stenen omheiningen. Op allerlei plaatsen lopen sporen van autobanden. Het is te hopen dat de landingsbaan geasfalteerd is. Over de landing niets te klagen, het toestel wordt zachtjes aan de grond gezet. Via de vliegtuigtrap lopen we het vliegtuig uit en stappen we in een bus die ons naar de aankomsthal brengt. Doha heeft een mooie, maar kleine hal. We verfrissen ons even en wachten tot we weer in de bus kunnen stappen. Deze brengt ons naar een iets kleiner vliegtuig. Het is erg warm en het is pas half zeven in de ochtend.
In het vliegtuig dommel ik van de warmte in slaap. Maar al snel volgt er weer een ontbijt. Het is niet zo lang vliegen naar Kathmandu en we komen daar precies op tijd aan. Hier mogen we gewoon naar de aankomsthal lopen, waar we in de rij moeten aansluiten om ons visum en paspoort te laten zien.
We zijn één van de laatste die beneden bij de bagageband aankomen. Daar staan al allerlei karretjes klaar met bagage van HT er op. We lopen naar de band en al snel zie ik onze tas langskomen.
De plunjezak komt nog niet. Michiel heeft niet gezien dat ik de tas er al gepakt heb. Een poosje later komt onze plunjezak en loopt Michiel terug naar de band. Iedereen heeft verder z'n bagage en ook de zakken en tonnetjes van HT zijn ondertussen gecheckt. Als ik vraag waarop Michiel nog staat te wachten, blijkt dat hij niet gezien heeft, dat ik de tas er al af gehaald had. Maar hij heeft ondertussen wel vier wc-tenten ergens vandaan gehaald.
Met z'n allen lopen we naar buiten richting de twee bussen, die voor ons klaar staan. Han heeft geregeld dat we onze bagage niet nog een keer door de scanner hoeven te doen. Buiten worden de tassen boven op de bus gezet en wij zoeken allemaal een plaatsje in de bus. Dan begint de rit naar het hotel, die ongeveer een half uur in beslag neemt. Er wordt hier links gereden. En overal zie je brommers, fietsers, taxi's, auto's en bussen. Het lijkt wel of er elke keer dat iemand voorbij gereden wordt een keer op de claxon geslagen wordt. De stad is stoffig, druk en het is een getoeter van jewelste. Er zijn best wel wat militairen op straat; anderen geven aan dat dit voorheen niet het geval was. Dan slaan we een zijstraat in en uiteindelijk is de weg net zo breed als de bus. De kwaliteit van de weg is niet echt optimaal; de bus hobbelt van links naar rechts. Gelukkig word ik niet wagenziek.
Dit geeft enigszins vertrouwen voor de busreis van zondag. Als we bij het hotel aankomen worden we vriendelijk verwelkomd. Al snel zitten we binnen aan tafel aan de koffie en de thee. We krijgen er ook een Nepalese lekkernij (papot) bij; in het Nederlands noemen ze het "gebakken krant".
Het is tegen half vijf dat we onze kamers opzoeken en de bagage uitzoeken. We spreken af om half zeven weer beneden te zijn om gezamenlijk ergens te gaan eten. We zijn tegen zes uur beneden en drinken samen met een paar anderen nog gezellig een biertje. Om half zeven zijn we compleet en lopen we op ons gemak door de binnenstad richting Thamel. We vinden een gezellig restaurant, waar we buiten op het terras kunnen eten.
Ja en dan krijg je een kaart voor je en wat moet je dan kiezen? Michiel heeft alleen twee drankkaarten gekregen, dus mag ik wat te eten voor hem uitkiezen. Je kunt hier echt heerlijk eten. Op ons gemak lopen we daarna terug naar het hotel. Het is bijna drie kwartier lopen door de donkere en slecht verlichte straten. Terugkomend in het hotel worden er nog wat halve biertjes gedronken en rond elf uur zoeken we ons bed op.