Een wandeldag met aan het eind een buitje.
Zodra het licht wordt, hoor je de eerste koks al weer. Om kwart voor zes kleed ik me aan om naar het toilet te gaan. Rond zes uur wordt de warme thee bij de tent neergezet. En vlak daarna een bak warm water om te wassen. Om zeven uur hebben we alles ingepakt, is de tent afgebroken en zitten we klaar voor het ontbijt. In de open lucht omdat ze de tent die rondom de tafel stond al opgeruimd hebben. Om acht uur stappen we aan, het begint gelijk al erg pittig en ik ben blij als we tegen tien uur lekker lang pauzeren. Het tweede gedeelte gaat veel beter. We komen onderweg water tegen, wat we met enige moeite oversteken.
Om twaalf uur is het tijd voor de lunch. Bij een hutje gaat iedereen aan de slag om voor de dragers warm eten te maken. Voor ons is er een groot blauw plastic zeil neergelegd. Wij krijgen soep en thee. Omdat het best warm is, trek ik me terug in de schaduw. Om half twee lopen we verder, een lastig stuk, maar goed te doen. Het laatste half uur begint het weer te regenen. We schuilen even in een houthok, voordat we onze tenten opzetten. Het is nog even wachten op de drager die onze tweede plunjezak bij zich heeft.
Als de tent ingericht is, gaan we op zoek naar de warme thee. Als er ook heet water blijkt te zijn, kiezen we ervoor om eerst een kopje cup-a-soup te nemen. Joost komt even later binnen met de mededeling dat er vandaag geen bier is. Tegen half zeven krijgen we het voorgerecht; lekker frites met ketchup. Daarna pasta met groente en salade, als toetje krijgen we mango. Om half negen begint het vreselijk te gieten. Tegen negen uur komen verschillende Nepalezen onze tent in. Ze kijken ons er behoorlijk uit, omdat zij in deze tent willen slapen. Maar ja, wij gaan natuurlijk met dit weer niet op zoek naar onze eigen tent. Langzaam begint de tent te lekken en wordt het erg drassig in de tent. Tegen half tien is het bijna droog en gaan we naar bed. Opnieuw begint het te regenen; gelukkig maar een half uurtje.