Vandaag een lange rit voor de boeg. We bezoeken onderweg Lake Otjikoto. Aan het eind van de middag bereiken we via Otjiwarongo het Waterberg Park.
We slapen vandaag een beetje uit; om kwart over zeven ben ik klaar wakker en heb hoge nood. In m'n trui en joggingbroek ga ik het trappetje af en naar het toilet. Het is echt al heerlijk buiten. Ik ben van plan om dadelijk te gaan douchen, dus eerst maar lekker rustig ontbijten. We zetten koffie en thee en pakken wat spullen om te ontbijten. Alleen het stel naast ons is nog op de camping aanwezig de andere mensen zijn allemaal al weg.
Het brood is nog heerlijk en we eten meer dan we normaal gesproken doen. Na het ontbijt en de afwas en heerlijk douchen, terwijl Michiel een praatje maakt met de buren, ruim ik het tentje leeg. Het zijn Amerikanen, die oorspronkelijk uit Israël komen en Michiel geeft ze een paar campingtips. Daarna gaat ook hij douchen en pakken we het tentje en de rest van de spullen in. We rijden naar de receptie om te betalen en ik loop nog even door langs het zwembad, naar de waterplaats om nog wat foto's te maken. Er staan een aantal zwartneus impala's bij het water. Michiel komt ook een kijkje nemen en daarna lopen we terug naar de auto.
Het is bijna een half uur terugrijden naar de poort, dan zitten we weer op de geasfalteerde weg en gaan we richting Tsumebo. We zijn de weg nog maar amper op, of we zien een Damara dik-dik, terwijl dat een beestje is dat nog geen 30 centimeter hoog is en razendsnel. Aan het eind van deze weg moeten we rechtsaf de B1 richting Tsmueb op. Als we bijna bij de stad zijn, ligt er aan de rechterkant Lake Otjikoto. We stoppen en betalen entree om naar binnen te mogen. We staan aan de rand van een soort krater met ver onder ons schitterend blauw gekleurd water. In dit water hebben de Duitsers aan het eind van de Eerste Wereldoorlog al hun munitie en wapentuig gegooid; er liggen nog verschillende kanonnen op de bodem. We lopen er een stukje omheen en Michiel zoekt ondertussen de cache die hier verstopt ligt. Hij vist hem vrij eenvoudig onder een paar stenen vandaan. Het is lastiger om de cache ongezien weer terug op z'n plek te leggen, want er komen een aantal toeristen aan.
Om elf uur rijden we verder. Het is nog zo'n tien kilometer naar de stad. We gaan eerst op zoek naar het internet-café, dat ik op de plattegrond heb staan. We rijden er eerst voorbij, maar als we gedraaid zijn, vinden we het vrij eenvoudig. In nog geen kwartier hebben we de nieuwe versie van onze website online staan. Als we klaar zijn rijden we een stukje verder naar een café, waar we in de tuin lekker lunchen. De supermarkt rijden we helaas voorbij en voor we het weten zitten we weer op de grote weg.
Er wordt aan deze weg gewerkt; beide kanten worden een stukje breder gemaakt. En daar zijn heel veel mensen voor nodig. Een klein stuk moeten we over 1 baan; en dan zitten er dus drie mensen bij het bord waarop "stop" of "go" staat. En dan staat er ook nog iemand met een rode vlag in de bocht. Tja, de verkeersveiligheid wordt wel in acht genomen. We tuffen lekker door naar Otjiwarongo, waar we om half drie aankomen. Hier zit een grote supermarkt langs de doorgaande weg. We gaan naar binnen voor wat vlees, water en drank, maar komen zoals wel vaker met veel meer de winkel uit.
We rijden verder en hebben nog zo'n 80 kilometer te gaan. Vlak buiten de stad neem ik het stuur van Michiel over, die dan al zo'n 300 kilometer gereden heeft. Ik rijd nog 20 kilometer over de B1, dan moeten we linksaf slaan richting Waterberg Park. Het rijdt lekker door en we zien gelijk al voor ons het Waterberg Plateau, dat dan nog zo'n 40 kilometer van ons verwijdert is. Het laatste stuk is een zandweg, maar ook die is goed van kwaliteit. Het stoft wel, maar dat zijn we ondertussen wel gewend.
Om kwart voor vier rijden we door de poort van het Nationaal Park en moeten we onze gegevens weer op een lijst invullen. Bij de receptie gaat Michiel zich daarna melden. Hij krijgt een plattegrond mee en we mogen een plekje op de camping uitzoeken. Er staan best al wel wat mensen, maar we kunnen nog wel een geschikt plekje vinden. Snel het tentje uitklappen en nog een uurtje van de zon genieten. Maar helaas wordt dat slechts drie kwartier, omdat de zon hier al om kwart voor vijf achter de rotsen van het plateau verdwijnt.
Om vijf uur gaan we nog een stukje wandelen. We lopen langs het restaurant en nemen een kijkje bij het zwembad. Het is duidelijk te zien, dat dit kamp van NWR pas veel later gebouwd is, dan de andere locaties van NWR waar we ondertussen geweest zijn. Na ruim een half uur, zien we een flink stuk onder ons de receptie liggen. We zijn stiekem aan flink gestegen. We zijn bij de huisjes aangekomen en volgen nu de weg terug naar de camping. Onderweg komen we wel 6 Damara dik-diks tegen. Deze kleine hertjes leven hier in Namibië alleen in Etosha en hier op het Waterberg Plateau. Het is bijna zes uur als we terug zijn en Michiel het vuur aanmaakt.
We hebben heerlijke spiesjes gekocht en die gaan we dadelijk op de BBQ leggen. We hadden nog een ander vleesje en dat bakken we in een aluminium bakje, zodat we het morgen mee kunnen nemen, als we gaan wandelen. We hebben een wildspiesje en een lamsvleesspiesje, nou dat gaat er allebei wel in. Ik heb ondertussen ook weer een bakje aardappel met groente gemaakt. Al met al weer een heerlijke maaltijd. We willen nog bananen bakken, maar daarvoor is het vuur niet warm genoeg meer. Ze worden wel warm, maar zijn niet helemaal gebakken.
Tijd om alles af te wassen; al is het krijgen van warm water nog even lastig. Bij de eerste kraan, komt er aan beide kanten gewoon koud water uit. Als ik de volgende kraan open doe komt er wel warm water uit, maar de kleur is erg bruin. Het is duidelijk dat er voor het afwassen geen drinkwater gebruikt wordt. Maar uiteindelijk is alles wel schoon.
Ik ga om half negen naar boven en typ in het tentje het verslag, terwijl Michiel buiten nog even bij het vuur zit.