Vanuit het Waterberg park rijden we naar Okahandj. Daar bezoeken we een grote houtsnijwerkmarkt. Aan een stuwmeer staan we als een van de weinigen op de camping.
Toch iets te veel Sprite gedronken gisteren tijdens het eten; ik lig al tijden te denken dat ik naar het toilet moet. Om half zes ben ik het beu en ga ik dan toch maar de tent uit. Het begint al behoorlijk te schemeren. Nu maar hopen dat ik dadelijk nog even lekker kan slapen. Michiel staat al om zeven uur op, ook omdat hij hoge nood heeft. Ik draai me nog een keertje om en brand om half acht het tentje uit, dat vol in het opkomende zonnetje staat. Dus ook er uit en aankleden.
We ontbijten in het zonnetje en de temperatuur is al aangenaam. Het brood heeft ondertussen z'n beste tijd wel gehad; we snijden de harde korstjes er maar af. We maken geen haast, maar toch zijn we al voor half negen helemaal ingepakt en klaar om te gaan. Bij de poort moeten we weer wat gegevens invullen en ondertussen maakt de man de voorruit van de auto netjes schoon.
We rijden eerst over het zandpad terug naar de geasfalteerde weg. We hebben nog even heel mooi uitzicht op het Waterberg Plateau dat schitterend rood kleurt in de ochtendzon. Daar slaan we rechtsaf en nu is het nog zo'n 50 kilometer naar de B1. Een half uurtje later draaien we linksaf de B1 op richting Okahandja. Het is bijna 150 kilometer naar deze stad. De weg ligt er bijna in een rechte lijn naar toe. We rijden door een bosrijk gebied. zowel links als rechts zover als je kijken kunt allerlei verschillend gekleurde bomen. Het is best druk op de weg en we moeten regelmatig een vrachtwagen inhalen.
Om half elf rijden we Okahandja binnen. We moeten nu opletten, want we gaan op zoek naar de toeristische markt, waar ze allerlei houtsnijwerk verkopen. Met grote borden wordt de markt aangegeven. We parkeren de auto schuin tegenover de markt bij een restaurant, zodat we daar koffie kunnen drinken. We lopen de markt op en worden natuurlijk door iedereen gevraagd om even binnen te kijken. Hier ergens in de zevende rij en dan bij de derde kraam moet een mandje verstopt zijn. In dat mandje ligt een cache. We lopen nog geen vijf minuten rond of Michiel heeft het mandje al gevonden. Terwijl hij de gegevens in het logboek invult, bekijk ik de houten wrattenzwijnen. Die willen we graag eentje meenemen als souvenir. Michiel pingelt af en met het souvenir lopen we de markt af.
Op het terras van het restaurant drinken we wat en nemen er gebak bij. Michiel heeft chocoladetaart en ik heb cheesecake besteld. Nou dat is een hele maaltijd, we hoeven voorlopig niets meer. Het blijkt dat we nog geen kwartier rijden van onze overnachtingsplaats afzitten. Tja, ik had vooraf ingeschat dat we er wat langer over zouden doen. Dus rijden we al voor twaalven bij Von Bach Recreation Resort het terrein op.
Michiel gaat bij de receptie naar binnen, maar het duurt wel lang voor hij terug komt. Wij hebben deze locatie vooraf via internet gereserveerd en met de creditcard betaald. Nu blijkt dat ze hier nog nooit het bevestigingsformulier gezien hebben en ze snappen ook niet dat er al betaald is. Maar we mogen doorrijden naar de kampeerplaats. Die ligt helemaal aan de andere kant van het stuwmeer. Michiel vertelt dat er geen douches zijn en dat je dus terug moet lopen naar de receptie om daar te douchen. Nou, volgens mij rijden we nog wel twee kilometer voordat we op de parkeerplaats staan; dus dat wordt geen douche vandaag.
We zijn de enigen op de camping en kiezen een mooi plekje met fantastisch uitzicht op het stuwmeer uit. Er zijn verschillende soorten watervogels te zien, maar het mooiste zijn wel de pelikanen, die af en toe ook schitterend over komen vliegen. Er staat een prieeltje, zodat we in ieder geval in de schaduw kunnen zitten en dat is zo op de heetste uren van de dag toch echt wel nodig. Pas wat later op de middag gaan we in het zonnetje zitten. We puzzelen wat en spelen voor het eerst het dobbelspel van Catan. De wijn is lekker warm geworden in het zonnetje en de temperatuur blijft goed. Weer een relaxte middag.
We willen tegen zessen net aan het eten beginnen als er een auto met boot aan komt rijden. Zijn we toch niet alleen vannacht. Het blijken inwoners van Namibië te zijn, die bijna elk weekend hier aan het meer doorbrengen. Terwijl Michiel een praatje maakt, zorg ik ervoor dat de spiesjes en het bakje aardappelen met groente gaar wordt. Om half zeven kunnen we eten. Omdat we geen warm water hebben en nu geen zin hebben om het voor die paar dingen te koken, vegen we alles met de keukenrol schoon en zetten we het in de afwasbak, zodat we het morgenochtend kunnen afwassen. Daarna stookt Michiel het vuurtje op en zorgt voor de verwarming. Ik typ ondertussen het verslag. Het is wel wat frisser geworden, maar echt koud, dat toch niet.