We gaan op weg naar Chitwan, maar de vraag is of we er gaan komen. Het is een enorme chaos in Mugling. De weg is enkele dagen afgesloten geweest vanwege maoïstische aanslagen. Uiteindelijk bereiken we aan het eind van de middag onze overnachtingsplaats.
We staan vandaag om 6 uur op en verschijnen om half zeven op het terras voor het ontbijt. Ik ga nog even weg om water en wat lekkers te halen en als ik terug kom, staat m'n ontbijt klaar. We zouden om 7 uur vertrekken, maar er is nog geen bus. Die laat nog zeker een kwartier op zich wachten. Als hij aan komt rijden, pakt iedereen gelijk z'n bagage en loopt naar de bus.
We zijn om tien over half acht weg en net als vorige keer moeten natuurlijk eerst weer gaan tanken. Daarna wachten we nog even en wordt er weer gebeld. Krishna komt terug in de bus met de mededeling, dat we in ieder geval op weg gaan. Na zo'n vier uur rijden, krijgen we de afslag naar Chitwan en dan kijken we of deze vrij is, of dat we naar Kathmandu doorrijden. Iets voor half tien stopt de bus voor het ontbijt. Omdat we al gegeten hebben, drinken we alleen thee. Een half uurtje later vertrekken we weer.
Om kwart over elf komen we aan in Mugling. Het is hier een enorme chaos van bussen, auto's en mensen. We mogen de bus uit, maar moeten wel in de buurt blijven. Zodra de bussen starten moet iedereen zo snel mogelijk komen. Ruim een uur staan we in de volle zon te wachten. Onze bus staat bijna vooraan. Aan alle kanten worden we bekeken. Krishna komt zeggen dat als we gaan er geen mogelijkheid is om te stoppen.
En dus gaan er verschillende mensen op pad om eten en drinken te kopen. Opeens worden er bussen gestart en zie je overal mensen rennen om zo snel mogelijk in de bus te komen. Het is nu net half een geweest. Heel langzaam rijden we de weg richting Chitwan op. Een klein stukje verder staan we weer stil. We wachten weer. Er staan twee vrachtwagens en een bus voor ons. Na een minuut of tien rijden we weer een stukje.
Dan staan we voor een militaire post stil. Krishna en de bijrijder gaan op pad. Na lang onderhandelen komen ze bij de bus terug. Onze bus mag uit de rij en we mogen doorrijden. Eindelijk! Het is half twee en we rijden de militaire post voorbij. Krishna vertelt dat hij de smoes gebruikt heeft, dat we morgen het vliegtuig moeten halen. In eerste instantie sukkelen we achter een kleine personenauto aan. Tot deze ergens blijft vastzitten en wij er voorbij gaan. De weg is slecht; vol met kuilen en stenen. Op allerlei plaatsen zijn ze aan de weg aan het werk. Gootjes worden gegraven en de afwatering wordt flink verbeterd. In de gehuchtjes waar we door rijden is overal militaire bewaking.
We komen een uitgebrande vrachtwagen en een bus zonder wielen tegen. We hebben nog steeds geen tegenliggers gezien. Pas na 25 minuten rijden, zien we de eerste vrachtwagens op ons afkomen. We moeten snel alle raampjes dichtdoen, want het is een grote stofwolk, die op ons afkomt. Honderden vrachtwagens en bussen komen op ons af. We moeten regelmatig wachten omdat de weg te smal is om te passeren. Meer dan een half uur komen er bumper aan bumper vrachtwagens en bussen van de andere kant.
Achteraf horen we dat de weg bijna twee dagen afgesloten is geweest na meerdere maoïstische aanslagen. We rijden net weer lekker door als we bij een grote groep militairen komen. De een na de andere komt de bus in. Wat zou er aan de hand zijn? Met een heleboel militairen in het gangpad van de bus vertrekken we. Een stukje verder stoppen we weer om ze er uit te laten. Later horen we dat de militairen al een flink stuk gelopen hadden en dat ze het in deze warmte wel genoeg vonden.
Om kwart over drie draait de bus een grasveldje op langs het water. We zijn aangekomen in Sauraha; de bus gaat niet verder. We gaan er uit en alle bagage wordt van de bus afgehaald. We wachten even, terwijl Krishna gaat bellen dat we er zijn. Een minuut of tien later komen er twee jeeps aanrijden. De meeste mensen van de groep rijden hiermee naar het resort. Michiel blijft met Krishna en nog twee mensen bij de bagage achter.
Als wij bij het resort aankomen gaat er een jeep terug om de bagage te halen. Ondertussen gaan wij alvast wat lekker koels drinken. Om 16.00 uur is iedereen er en alle bagage. Belram stelt zich voor en vertelt wat we morgen allemaal kunnen doen. We kiezen ervoor om 's ochtends met een jeep op pad te gaan en 's middags met een olifant.
Het is kwart voor vijf als we de sleutel van ons hutje krijgen, waarin twee bedden met klamboe staan en er hangt zelfs een ventilator aan het plafond. Om half zes worden we verwacht voor een dorpswandeling. We zetten de tassen op de kamer en kleden ons om. Onder leiding van een plaatselijke gids lopen we door het dorp waar echte Nepalese huisjes staan. We komen bij het olifantenverblijf van de regering. De gids vertelt dat het bijbehorende gebouw twee dagen geleden door ene bomaanslag van de maoïsten verwoest is. Maar aan de staat te zien, lijkt het ons al langer geleden gebeurt.
We kijken even bij de olifanten en lopen verder door het dorp richting de rivier. Het is heerlijk weer en aan de rand van het water zijn tafels voor ons gereserveerd. We kiezen allemaal wat lekkers uit om te eten. Het is erg sfeervol zo aan het water eten met kaarslicht. Het duurt lang voordat we te eten krijgen, maar het is allemaal heerlijk en vers gemaakt.
Het is al na tienen als we betaald hebben en we te voet op pad gaan naar onze huisjes. Dat is toch nog wel een kwartier lopen in het pikkedonker. Er is slechts een klein streepje van de maan zichtbaar, maar de lucht staat wel vol met sterren. Het is al lang half elf geweest, voordat we onder onze klamboe in ons hutje liggen.