We rijden vandaag vanuit onze kampeerplaats op Sinamatella camp het park uit. In de loop van de ochtend komen we in Victoria Falls aan.
We zijn vandaag weer wakker als het zonnetje om zes uur achter de top van de heuvel begint te schijnen. Om half zeven klim ik het laddertje af en we kunnen nog net een paar mooie foto's van de zonsopkomst maken. We ontbijten vandaag met yoghurt en pakken daarna het tentje in. Iets na zevenen rijden we het terrein van Sinamatella af. Nu zijn we zo vroeg op pad, maar nog zien we amper wild. Ja, volop kalkoenen. We rijden nog een stukje door het park en besluiten om om te draaien en richting uitgang te rijden, zodat we op tijd in Victoria Falls zijn. We stellen TomTom in en die geeft aan dat het slechts twee uurtjes rijden is. We moeten eerst terug naar Sinamatella en van daaruit kunnen we de weg richting uitgang nemen. Na een stukje rijden komen we een familie olifanten tegen, die net de weg gaat oversteken. Moeder olifant voorop en drie kleintjes erachter aan. Het mannetje staat nog een stukje verwijderd van de weg naar onze auto te kijken. De weg naar de uitgang is een goed te berijden zandweg. We schieten lekker op zo. We moeten nog ergens voor een slagboom wachten, maar er komt gelijk al een vrouw aanlopen die ervoor zorgt dat we door kunnen rijden. Het laatste stuk voor de snelweg rijden we door een mijngebied. Grote vrachtwagens rijden af en aan. De snelweg is net als in Botswana een strook heen en een strook terug. En daarop mag je buiten de steden 80 km per uur rijden. We rijden door een heuvelachtig landschap. Soms hebben we mooie vergezichten. De weg slingert door het landschap. Overal zie je mensen langs de kant van de weg lopen. Velen zijn netjes aangekleed in kleurrijke kleding. We zien ook mensen op pad met stoelen en de bijbel op weg naar de kerk. Onderweg moeten we bij een geïmproviseerde stop tol betalen; dat kost ons een dollar. Een stuk verder is een politiepost, hier moet Michiel zijn rijbewijs laten zien en dan mogen we doorrijden. De weg is van goede kwaliteit en we rijden dan ook lekker door. De laatste twintig kilometer wordt er aan de weg gewerkt; ook op zondag. Af en toe versmalde rijstroken en tot twee keer toe staat er iemand met een bord om aan te geven dat we moeten stoppen, omdat er verkeer van de andere kant komt. Als we weer door mogen rijden, wordt het bord omgedraaid en is "go" te zien. Ze houden hier in ieder geval veel mensen aan het werk. Om half elf rijden we Victoria Falls binnen en volgen we TomTom. Helaas heeft de lodge die we op het oog hadden geen plaats meer en dus gaat Michiel bij de lodge ernaast vragen of die nog plek hebben. We lopen mee tussen allerlei gebouwen door en belanden in een grote kamer. We geven aan dat we het wel prima vinden en lopen mee terug naar de receptie om te betalen. Voor 70 dollar kunnen we overnachten en ontbijten. We rijden de auto achterom en parkeren daar tussen alle auto's en busjes die hier al staan. We zetten onze tassen binnen en pakken wat we nodig hebben om naar de Victoria Falls te gaan. Om kwart over elf lopen we richting het centrum. De temperatuur ligt al weer flink boven de dertig graden. Het is weer een schitterend blauwe lucht. Het asfalt geeft veel warmte af. Het is ruim een half uur lopen voor we bij de ingang van de Victoria Falls zijn. We kopen kaartjes en lopen naar binnen. Het is hier niet druk en minder toeristisch als we verwacht hadden. De Victoria Falls is tenslotte toch een van de zeven wereldwonderen. De waterval is in totaal 1,7 kilometer breed en daarmee de op één na grootste van de wereld. De hoogte varieert van 85 tot 107 meter hoog. Het lawaai van het neerstortende water is al vanaf het centrum goed te horen. We lopen naar het eerste uitzichtpunt.
Onderweg hiernaar toe zoekt Michiel nog naar een cache, die gelukkig niet moeilijk te vinden is. Een stukje verderop staat een groot beeld van Livingstone; de eerste Europese ontdekkingsreiziger die bij de Victoria Falls kwam. Op de eerste paar uitzichtpunten kunnen we schitterende foto's maken. Het water stort met veel kabaal naar beneden. Een stukje verderop trekken we onze regenjassen aan, om onze kleding en apparatuur toch enigszins te bedekken. Op een paar punten kunnen we niets zien vanwege de vele waterdamp en neerslaande regen. Zo aan het einde van de regentijd heeft de waterval nu het meeste water te verwerken en dat beperkt het uitzicht soms. Als we teruglopen en de regenjassen weer uit kunnen doen, merken we dat we wel heel snel drogen met deze warmte. Bij de uitgang aangekomen gaan we onder de overkapping bij het restaurant zitten. Het is twee uur en we bestellen een warme maaltijd. Onze bergschoenen hebben we uitgedaan en staan tegen het randje van de tafel in de zon te drogen. Onze videocamera blijkt iets te veel water gekregen te hebben. Als we hem aanzetten maakt hij een raar geluid. Eerst maar eens goed laten drogen en hopen dat hij het niet begeven heeft. We krijgen allebei een lekker stukje vlees voorgeschoteld. Tegen drie uur lopen we nog een keertje naar de eerste paar uitzichtpunten en nemen nog wat foto's nu de zon iets lager staat dan een paar uur geleden. Daarna lopen we op ons gemak terug naar het centrum en van daaruit naar onze lodge. We kunnen lekker voor onze kamer op het terras zitten. Omdat we hier goed warm water hebben, was ik snel wat sokken, zodat we weer een voorraadje hebben. We bekijken hoe we morgen moeten rijden. Michiel probeert de videocamera nog eens. Die gaat wel aan, kan opnemen en afspelen, maar geeft soms nog een raar geluid. Het lijkt erop dat er nog steeds ergens water binnenin zit. Morgen nog maar eens kijken. Het is nog heerlijk warm en we kunnen lang buiten zitten. Het is een komen en gaan van mensen en auto's.