Na een nachtje Nairobi rijden we met de bus naar Tanzania. Aan het eind van de middag bereiken Moshi.
Ik heb het idee dat ik vannacht amper geslapen heb; ik kan nog niet wennen aan al die drukte 's nachts. We staan om half acht op en pakken alles weer in. Na een snel ontbijtje kijken we of de boekwinkel open is, maar helaas is deze op zondag gesloten. We halen nog iets lekkers bij de bakker, halen onze bagage op en brengen deze naar de hal.
Tegen negenen is de bus er. Gelukkig kan alles weer in de bus, want de regen komt nog steeds naar beneden zetten. We vertrekken om kwart over negen en zijn al snel de stad uit. Het is een afwisselend landschap. Al vrij snel zien we een kudde zebra's vlak naast de weg.
Hoe dichter we bij de grens komen, hoe droger het landschap er uit ziet. Grote grasvlaktes met hier en daar een boom. Een half uur voordat we bij de grens zijn, hebben we een korte stop bij een grote souvenirwinkel. Ze willen ons van alles verkopen, maar ja dat is niet handig als je de Kilimanjaro nog op moet. Om half twaalf zijn we bij de grens. We gaan allemaal de bus uit en laten ons paspoort afstempelen bij de Keniaanse grens. Binnen tien minuten heeft iedereen de benodigde stempels. We kunnen door het hek en moeten een stukje verder weer de bus uit om Tanzania binnen te kunnen. Dit kost wat meer tijd, omdat er iemand achter het loket zit, die er geen zin in heeft. Maar uiteindelijk kunnen we drie kwartier later Tanzania binnen rijden.
Het weer wordt steeds beter, dus dat is mooi. We zijn die bewolking en regen helemaal zat. Het dorre landschap verandert al vrij snel. Er staan hier veel meer bomen dan in Kenia. Het ziet er allemaal best groen uit, maar bijna alle beekjes en riviertjes staan droog. Overal zie je mensen met kuddes geiten, schapen en koeien. We zien wel wat contouren van bergen, maar het is te bewolkt om er echt iets van te zien. Er wordt afgesproken om in Arusha te eten. De chauffeur laat ons heel Arusha zien, maar zet ons uiteindelijk bij een wisselkantoor af. Ze weten wel een goed restaurant net buiten Arusha, daar gaan we heen. Het blijkt nog wel 15 kilometer rijden te zijn en dan staan we opeens op de parkeerplaats van Amsterdam Garden. Ze hebben een buffet waar je van kunt nemen wat je wilt. Als we met ons eten op het terras zitten, blijkt de friet koud te zijn en de gebakken banaan niet te eten. Maar goed voor die paar euro kun je ook niet zoveel verwachten.
We rijden binnen een uur weer verder en om half vijf rijden we Moshi binnen. Een paar minuten later staan we op de binnenplaats van een hotel met een aantal leuke huisjes en een overdekt terras. De kamers worden verdeeld en we brengen onze spullen naar de kamer. We gaan gelijk op pad om te kijken of hier wel een boekwinkel open is. Maar dat is helaas niet het geval. We kopen wel water en wat koekjes en lopen terug naar ons hotel. We nestelen ons in de bank op het terras en langzaamaan wordt de groep steeds groter. Ik schrijf m'n verslag, terwijl anderen hun Afrika kennis met elkaar delen.
Om half acht kunnen we aan tafel; we beginnen met een heerlijke, pittige soep. Nadat we getoast hebben op onze tweede trek, scheppen we op van het buffet. Het is allemaal erg lekker. We krijgen vers fruit na en dan ook nog koffie en thee. Ondertussen is het al ruim half tien geweest. Het is heerlijk vertoeven hier; de temperatuur is aangenaam. Maar we zoeken toch onze kamer op en verdelen al onze spullen over de verschillende plunjebalen. Is het toch al weer half elf als het laatste karweitje van vandaag: het netjes draperen van de klamboe gedaan wordt. De ventilator laten we draaien. Michiel schenkt nog de nodige druppels citroenolie op het hoofdkussen. En nu maar hopen dat de muggen op afstand blijven.