Vanuit Moshi rijden we met de jeep naar Arusha en van daaruit naar het Tarangire Nationaal Park. In het park zien we veel wilde dieren.
Nadat we vannacht heerlijk geslapen hebben, zitten we om acht uur aan het ontbijt. De temperatuur is aangenaam, maar het is wel bewolkt. Eén voor één druppelen de anderen binnen. Na het ontbijt pakken we onze laatste spullen in en nemen we alles mee naar het terras. Tegen tienen zijn we bijna compleet en dan komt de reisleidster vertellen dat de jeeps een half uurtje later komen. Dus wachten we rustig af. En iets voor half elf rijden de jeeps het terrein van het hotel op. We laden snel al onze bagage in en zoeken allemaal een plekje in de jeep.
Op verzoek van iemand is de eerste stop bij de supermarkt voor water, chips en snoepjes. Als alle inkopen gedaan zijn, rijden we in de richting van Arusha, waar we binnen een uur zijn. In Arusha is het een behoorlijke drukte op straat. We stoppen nog even bij een wisselkantoor en gaan dan in de richting van Tarangire Park. De omgeving verandert al snel van mooi groen in een dor verdroogd graslandschap met hier en daar een boom. Aan beide kanten van de weg zien we volop Masaai-dorpjes. De chauffeur legt uit dat er steeds één man met één of meerdere vrouwen woont. Je kunt aan het aantal huizen zien hoeveel vrouwen de Masaaiman heeft. Je ziet veel kinderen en volwassenen langs de weg met hun gigantisch grote kuddes geiten en koeien. Een redelijk goede asfaltweg brengt ons tot dichtbij het park. In een dorpje waar een levendige markt te zien is, slaan we af. We rijden de laatste paar kilometer over een stoffig zandpad. We slaan opeens af; de inrit van onze camping in.
Het is nu twee uur en we kunnen onder de overkapping gelijk aanschuiven voor de lunch. Mgos heeft samen met z'n hulp Seleman een grote lange tafel netjes gedekt. Rondom staan zelfs heuse campingstoelen in plaats van krukjes. We krijgen brood met heerlijke salade en kaas. Iedereen heeft wel zin in zo'n gezonde maaltijd. Na het eten zetten we snel de tentjes op, dat is weer even wennen, omdat de laatste paar dagen de dragers dit steeds voor ons deden.
Iets na drieën rijden we weg voor onze eerste gamedrive. Het is maar een klein stukje rijden naar de ingang van het park. De chauffeur regelt de entree, terwijl wij een kijkje nemen in de omgeving. In de verte zien we al de eerste zebra's. We zullen er dadelijk vast nog meer zien. Om kwart voor vier kunnen we eindelijk het park in. Het dak van de jeep is verwijderd, zodat we kunnen gaan staan om het wild goed te zien.
Het duurt niet lang of de kuddes zebra's en impala's zijn niet meer te tellen. We zien heel veel dieren, maar wel veel van hetzelfde; roofvogels, gnoes, buffels, giraffen, waterbokken en andere hertachtigen. We rijden richting een uitzichtpunt, daar kunnen we de auto uit en zien we beneden ons een rivier. Allerlei dieren steken het water over, zoals zebra's en impala's. Aan de overkant van het water is ook een grote groep apen te zien. En onder langs het water lopen waterbokken en olifanten.
Na een half uur gaan we terug de jeep in op weg naar de uitgang. We komen nog olifanten met hun jongen tegen op nog geen twintig meter afstand van de jeep. Als we alle plaatjes geschoten hebben, rijden we met enige vaart terug naar de uitgang; het park gaat om zeven uur dicht.
Aangekomen bij de kampplaats staat de tafel al weer voor ons gedekt. We krijgen pompoensoep en daarna friet met heerlijk gebakken vis, spinazie en tomaat met komkommer. Als toetjes weer een lekker stuk meloen. Ondertussen horen we Afrikaanse muziek. We drinken snel de thee op en gaan een kijkje nemen bij de muziek. Een Afrikaans groepje van vier mannen speelt muziek en doet aan toneel en dans. Als het afgelopen is, gaan we naar bed. Het is pas negen uur, maar morgen gaan we er vroeg uit. We willen om zes uur, als het park open gaat, gelijk naar binnen, zodat we zo veel mogelijk dieren kunnen spotten.