We hebben een hele dag in het Krugerpark. We starten met een ochtendwandeling met rangers. Daarna gaan we met de bus op pad en we eindigen met een avondgamedrive.
Ik ben 's nachts al een keer wakker geweest, maar uiteindelijk word ik van de wekker wakker. Om half vijf komen we er uit en kleden we ons aan. We nemen de rugzakken mee en lopen richting het tankstation. Onderweg houden we bij het toiletgebouw een sanitaire stop. We komen de rest van de groep, die meegaat tegen en als we bij het tankstation staan, komt ook de reisleider aanlopen. Het is kwart over vijf en we zijn mooi op tijd. Vlak daarna komt een Nederlandse vrouw aanlopen, die ook met ons meegaat.
Er komt een auto aanrijden, maar dat is de beheerster van het tankstation. Onze reisleider gaat informeren bij de ingang van het park of de jeep voor ons nog wel komt. Vlak nadat hij terug is, komt er een jeep aanrijden en mogen we instappen. Pat en Elliot gaan vandaag met ons op stap. We leveren onze formuliertjes in en vertrekken.
Gelukkig hebben we ons warm aangekleed, want het is aardig fris in zo'n open jeep. Als we de campsite afrijden, rijden we al snel door de rook van een brand. Ze branden het te hoge gras af, omdat de beesten het vanwege de scherpte niet eten en anders wegtrekken. We rijden in het donker een klein stukje over de geasfalteerde weg, waarna we een zandpad in slaan. We zien de zon opkomen en hebben mooi uitzicht over het glooiende landschap.
Rond zes uur zet de chauffeur de wagen aan de kant; het is nu helemaal licht en bijna onbewolkt. De twee rangers laden hun geweren en we gaan op pad. We lopen dwars over de vlakte en volgen de twee mannen. Ze vertellen over de uitwerpselen van de olifanten en het verschil tussen de witte en zwarte neushoorn. Dan opeens zien we in de verte een neushoorn met een jong, maar we staan verkeerd in de wind en zodra ze ons ruiken gaan ze er vandoor. We maken een grote bocht en staan dan oog in oog met een groep van zes neushoorns. Heel zachtjes komen we dichterbij.
We hebben nu anderhalf uur gelopen en één van de rangers pakt het ontbijt uit en legt het op een grote steen neer. We hebben crackers met kaas, nootjes, repen en pakjes sap. We pauzeren met uitzicht op de neushoorn. Eén van de beesten heeft ons wel in de gaten en staat wel een kwartier onze kant uit te kijken. Als alles op is, lopen we terug naar de jeep en rijden we naar de campsite.
Iets na half tien komen we het restaurant binnen voor het ontbijt. Even snel nog wat eten en om tien uur zijn we klaar om met de bus op pad te gaan door het park. We zien onderweg allerlei verschillende beesten; zwarte gnoes, impala's, pale chanting goshawk, wrattenzwijn, mareboe, varaan, paarsborstscharrelaar en een slang. We rijden op ons gemak naar Skukuza. Daar lunchen we en kijken we even rond in de souvenirwinkel.
Tegen twee uur rijden we de poort van de lunchplek uit en gelijk van het begin af zien we weer allerlei beesten. We zien nu ook eindelijk olifanten, burdill zebra's en giraffen. Maar ook een bruinarend, grondneushoornvogel, nijlpaard, woolly-necked stork, waterbok, geelbekneushoornvogel, een krokodil en vele koedoes, zebra's, impala's en waterbokken. We zijn mooi op tijd terug en rijden om kwart over vier het kampterrein op.
We hebben nu nog een half uurtje om ons om te kleden en de spullen te pakken voor de avondsafari. Om kwart voor vijf staan we klaar bij het tankstation. We gaan in een grote truck, waar aan beide zijden twee mensen naast elkaar kunnen zitten. In totaal kunnen er wel twintig mensen mee. We leveren onze briefjes in en als het vijf uur is, vertrekken we. Zodra we beginnen met rijden, voelen we de koude wind. Jas dicht, muts op, onder de deken. We zijn nog maar amper weg of we staan oog in oog met een paar buffels. Dat is boffen.
Langzaam wordt het donker en kunnen we niet meer fotograferen. De chauffeur rijdt behoorlijk hard en is afhankelijk van de toeristen, die met behulp van het spotlicht dieren proberen te spotten. Ondanks alles zien we toch nog aardig wat wild, zoals waterbokken, cheszele, nijlpaarden in het water, watervogels, konijnen, bavianen op een rots, impala's, vervalkatten en zebra's. Als we na drie uur rijden bijna 100 kilometer afgelegd hebben, zijn we blij dat we de truck uit kunnen en lopen we verkleumd het restaurant binnen. Het is bijna half negen en we hebben behoorlijke honger. Zelfs de warme bloemkoolsoep, die er eigenlijk niet uitziet, smaakt prima tegen half tien vertrekken we naar ons huisje; moe na een "wildrijke" dag.