We vertrekken voor onze tweedaagse trektocht. Na het oversteken van de rivier lopen we over een hoogvlakte op weg naar onze overnachtingsplaats.
We worden al op tijd gewekt door alle vogels rondom ons huisje; het lijkt wel een kippenhok. We hebben overigens heerlijk geslapen. Voordat we om kwart voor acht naar de ontbijtzaal lopen, leggen we de bagage die straks op het paard vervoerd moet worden in de gemeenschappelijke ruimte klaar. Er is nog bijna niemand in de ontbijtzaal en wij kunnen gelijk aan de zojuist gebakken eitjes met spek beginnen. We leggen een goede bodem voor de wandeling van zo'n twintig kilometer, die we vandaag gaan lopen. Na een half uurtje gaan we naar de gemeenschappelijke ruimte, waar we onze waterflesjes kunnen bijvullen en ons lunchpakket maken.
Als iedereen klaar is, ruimen we alles op en lopen we naar de ingang van de lodge. De gids met twee paardenjongens is er al. Het gaat er allemaal gemoedelijk aan toe, terwijl er allerlei mensen staan te wachten en rondlopen. Twee mensen uit onze groep blijven achter en twee mensen huren een paard, zodat ze de mogelijkheid hebben om erop te gaan zitten, als ze even niet meer willen wandelen. Beide mensen krijgen een korte instructie, voordat we tegen half tien wegwandelen.
We lopen ruim een uur over de hoogvlakte en dalen eerst langzaam en de laatste tien minuten erg steil af naar de rivier. Gelukkig is er een grote brug, zodat we zonder natte voeten te halen de overkant bereiken. De paarden gaan wel door het water. In het totaal zijn er acht paarden mee, waarvan er drie bepakt zijn met bagage in grote leren tassen. Het is nu ruim een half uur flink stijgen.
De uren erna lopen we weer over de hoogvlakte, waar de dorpjes de landbouwvelden afwisselen. Na de lunch lopen we door meer bergachtig gebied. Het pad gaat regelmatig omhoog en omlaag. Aan het eind van de middag zien we onze bestemming in de verte liggen. We dalen af naar een smal watertje en steken het via stenen over. De laatste drie kwartier stijgen we alsmaar tot we om vier uur in het dorpje aankomen waar we gaan overnachten.
Aan de rand staan drie rondavels waar we in kunnen slapen. In één van de rondavels staat een tafel met daarop een kooktoestel en allerlei formaten pannen. Naast de tafel staat een ijzeren kist met borden, bekers en bestek. Buiten wordt een vuurtje gemaakt en wij zetten gelijk water op voor een kopje koffie en thee. Tegen vijf uur beginnen we met de soep, die al vrij snel klaar is. Om half zes schenken we de soep in. Terwijl de rest eet, beginnen we met het koken van de pasta en het maken van de twee verschillende soorten sauzen. Het is net zes uur geweest als we iedereen naar binnen roepen voor de maaltijd. Bijna alles is op, dus dat is een goed teken.
Gelukkig zijn er vrijwilligers voor de afwas en na een kopje thee, gaat een deel van de groep bij het kampvuur zitten, terwijl een klein groepje achterblijft in de rondavel. Een paar rondavels verderop kan bier gekocht worden, komt dat even goed uit. Tegen half tien zoekt iedereen z'n slaapzak op. Blaffende honden zorgen voor enige overlast. We slapen redelijk, omdat het gelukkig niet zo koud wordt.